Dit fragment bestaat uit een brede dubbele band in legwerk. Voor de achtergrond werd bruine, paarsachtige wol gebruikt, en ecru linnen voor zowel de friezen met golfjesmotief, die de banden omranden, als voor de ononderbroken lijn die de banden van mekaar scheidt.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 18,5 cm, inslag: 23,5 cm
Aanverwanten:
Puchkin, inv. 625.
Musée des Antiquités, Rouen, inv. 2002.0.17.
Badisches Landesmuseum, inv. T 71.
De paarsachtige kleur van dergelijke banden wou de luxueuze Romeinse producten – die beschouwd werden als symbool van burgerschap en rijkdom – imiteren, maar dan tegen een goedkopere prijs.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Afzonderlijk geweven legwerk, aangebracht op een linnen weefsel
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 26/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 16/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
II. Vliegende draadtechniek
Ketting:
linnen, S
Inslag:
bruine wol, S: ± 38/cm
Binding:
inslagripsbinding: 4/4
Ribben per cm:
6-7
Speciale technieken:
golven: gemengde techniek: soumak en vliegende draadtechniek