Sierbanden in legwerk van het onderste deel van een wollen tunica die een rechte hoek vormt en eindigt in een medaillon aan de linkerkant en rechts een lange clavus. Op een rode achtergrond staan gestileerde menselijke figuren en ruiters met opgeheven armen op een rij. Ze worden ritmisch afgewisseld met medaillons.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 8de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 48,5 cm, inslag: 45 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 201.
Abegg-Stiftung, inv. 435 en 436.
Puchkin, inv. 617.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in wol, details met vliegende draadtechniek in linnen
I. Grondweefsel
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 11/cm
Inslag:
wol in natuurlijke kleur, S: 46/cm
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 11/cm
Inslag:
rode, blauwe (in verschillende schakeringen), roze, oranje, groene wol, S: 46/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: voor de details
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, soumak om figuren en binnenste cirkels te omlijnen, verticale lijn in vliegende draadtechniek in tegengestelde richting met 2S draden; zelfkant: drie eenheden van elk 3 draden; 2-2 getwijnd in tegengestelde richting met 4 lussen van roze wol + vingerweven (genaaid over een lange verticale split tussen het grondweefsel en de band in legwerk heen)