Krijgers of jagers alterneren met dieren. Een haas bevindt zich in een donkere cartouche. Waar de tekening overgaat naar de rugzijde van de schouder, ter hoogte van de rode koord, verandert ze van richting.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 6 cm, inslag: 38 cm
Aanverwanten:
MET, New York, inv. 2002.494.880.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Afzonderlijk geweven legwerk in linnen en wol
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 20/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 12/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
Bijzonderheden:
dichtbij de halsopening: 2 inslagstrepen (6 draden/scheut) die veranderen in 4-4 twijnbinding in S en Z richting; afzetboord van de halsopening: vingerweven met 6 lussen uit rode wol, S2Z
II. Delen in legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 11/cm
Inslag:
bruine wol, S: 44/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 36-40/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draadtechniek in linnen voor de details