Rond een gestileerde vaas, waaruit ranken in kandelabermotief ontspringen, zitten drie naakte putti, met uitgestrekte handen in de richting van het centrale motief. Mogelijk staat er in het midden een vogel, die naar buiten gekeerd is (cfr. FT 110).
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 9de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 14,5 cm, inslag: 7,5 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 110.
Louvre, inv. X 4935.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk in linnen en wol
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S2Z: 11-14/cm
Inslag:
rode, gele, oranje, of blauwe (in verschillende schakeringen) wol, S: ± 54/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: ± 48/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, soumak om de figuren te omlijnen