Sierband waarop een fries van driehoeken staat, die alternerend op hun punt of op hun basis staan. Daarin staan respectievelijk gestileerde bloemen (en bladeren) en gegeometriseerde motieven, met dezelfde kleuren maar op een blauwe achtergrond.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 8de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
1) Ketting: 21 cm, inslag: 11,5 cm; 2) Ketting: 7cm, inslag: 7,5 cm; 3) Ketting: 7cm, inslag: 6 cm
Aanverwanten:
MET, New York, inv. 09.50.2308.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Wollen legwerk, aangebracht op een linnen weefsel
I. Linnen weefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 17/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 9/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
Bijzonderheden:
twee inslagstrepen van elk 4 x 3 draden/scheut
II. Delen in legwerk
Ketting:
getwijnd linnen in natuurlijke kleur, S2Z: 9/cm
Inslag:
rode, gele, groene en blauwe wol, S: ± 40/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: ± 45/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd