Het centrale medaillon vertoont een naakte, gehurkte figuur, waarvan twee mantelpanden achter de rug opvliegen. Dit doet denken aan de houding van Venus Anadyomene, die na haar mythische geboorte uit het water opduikt, terwijl ze haar haren uitwringt. Errond bevinden zich putti die vogels dragen en een buitenrand met golfjesmotieven.
Herkomst:
Egypte
Periode:
6de - 9de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 12,5 cm, inslag: 12 cm
Aanverwanten:
Staatliche Museen zu Berlin, inv. 9911.
Musée de Cluny, inv. Cl. 22453: medaillon.
Louvre, inv. AF 5558: idem.
Louvre, inv. X 4239: idem.
Coll. J-F Bouvier, inv. S 40.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Afzonderlijk geweven legwerk
I. Geen grondweefsel
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S, enkel gebruikt: 13/cm
Inslag:
groene, gele en blauwe (in verschillende schakeringen) wol, S: ± 50/cm; rode wol, Z: ± 48/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 75/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draad voor de details, binnenste cirkels in soumak
Kleurstofanalyse:
inslagdraad: rode wol, Z: meekrap