De grote rechthoekige band vertoont drie decors. Bovenaan in het midden, twee staande personages en twee zittende vrouwelijke figuren, waarvan de handen achter de rug vastgemaakt (?) zijn. In de onderste hoeken, twee centauren en twee Nilometers, afgebeeld in de verte. Tussen die twee scènes staan krijgers in festoensgewijs vervlochten medaillons.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 53 cm, inslag: 47 cm
Aanverwanten:
Pushkin Museum, inv. 5823: volledige tunica.
MET, New York, inv. 90.5.873.
Louvre, inv. AF 5448: Nilometer.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Wollen legwerk, ingeweven in het linnen weefsel
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 32-34/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 20/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
Bijzonderheden:
inslagstrepen: samenstelling: 2x4 draden/scheut + 4x1 draad + 2x4 draden/scheut + 4x1 draad + 2x4 draden/scheut
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen S
Inslag:
purperen wol, Z: 60/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 48/cm, 2 draden/scheut
Binding:
inslagripsbinding: 2/3
Ribben per cm:
11-12
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draad enkel voor de details, verticale lijn in vliegende draad techniek, soumak; mengeffect (valse hachures): dubbele inslagdraden: (1 draad wol + 1 draad linnen)/scheut; een lange spleet tussen binding en halsversiering werd gesloten met een naaidraad in linnen S2Z; afwerking van de halsversiering: eenvoudige zelfkant, geen versterking
Kleurstofanalyse:
inslagdraad: wol Z in purper: meekrap, indigo/wede