Onder een zuilengang met kapitelen, zien we vier dansers, geflankeerd door een staande jager in elke verticale band. Een rij met gestileerde bustes in medaillons, en twee kruisen met edelstenen, versieren de halsopening.
Herkomst:
Egypte
Periode:
5de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 37,5 cm, inslag: 36 cm
Aanverwanten:
Cfr. FT 144: zelfde halsketting als de bustes van de clavi.
Louvre, inv. X 4573.
Roma, inv. 3: friezen met bustes.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Afzonderlijk geweven wollen legwerk
I. Grondweefsel
Klein fragmentje van een linnen tunica:
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 22/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 16/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
II. Delen in legwerk
Opgenaaid legwerk
Ketting:
wol in natuurlijke kleur, S: 12-13/cm
Inslag:
bruine, gele, rode, groene wol, S: 40/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 60/cm
Binding:
effenbinding met inslagripseffect
Naaidraad:
S2Z
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draad enkel voor de details; afwerking van de halsopening: 2 zelfkantkoorden, allebei gemaakt van een draad in wol 3S en een draad in linnen 3S, Z getwijnd en opgenaaid; zelfkantkoorden: (3S)2S en (3S)2Z