Onder een fries met Griekse vazen en boeketten op een achtergrond van grote bladeren dansen vier naakte personages met schilden tussen zuilen. Op de clavi staan springende leeuwachtigen en vrouwenbustes in driekwart.
Herkomst:
Egypte
Periode:
4de - 6de eeuw
Materiaal:
Linnen en wol
Afmetingen:
Ketting: 35 cm, inslag: 38,5 cm
Aanverwanten:
Privécol., inv. DM 65.
Verwerving:
Collectie Koptisch textiel Fill-Trevisiol: schenking
Bewaarplaats:
Koninklijk Museum van Mariemont
Legwerk, ingeweven in het linnen weefsel
I. Grondweefsel
Ketting:
linnen in natuurlijke kleur, S: 17/cm
Inslag:
linnen in natuurlijke kleur, S: 10/cm
Binding:
effenbinding met kettingripseffect
II. Delen in legwerk
Ketting:
linnen S
Inslag:
paarse wol: draad samengesteld uit rood en blauw geverfde wol, S: 34/cm; linnen in natuurlijke kleur, S: 34/cm
Binding:
inslagripsbinding: 2/3
Ribben per cm:
7
Naaidraad:
linnen 2S en rode wol S2Z
Speciale technieken:
legwerk met galen, inslag met de omtrek van het patroon mee ingelegd, vliegende draad enkel voor de details; valse hachures: 1 wollen draad en 1 linnen draad samen gebruikt/scheut: 9/cm; afwerking van de halsopening: 2 zelfkantkoorden in rode wol, Z-getwijnd, werden opgenaaid. Zelfkantkoorden: (3S)2S en (3S)2